21 February 2009

Fiorentina-Ajax


Yes, na Hamburg het volgende Europese tripje, en wát voor één: ditmaal naar Florence. Iets waar je je eigenlijk al weken op loopt te verheugen, want of we nu winnen of verliezen, mooi wordt het toch wel.

Woensdagochtend 7 uur…Waar je de laatste tijd normaalgesproken voor een wedstrijd van Ajax je bed niet uit wil is het in dit geval helemaal anders. Er zitten Italiaanse vrouwen, biera’s en een hoop cultuur op ons te wachten, en wie zijn wij om dat aan ons voorbij te laten gaan. Opstaan, douchen, scheren… je doet de gekste dingen, want een goed begin is het halve werk. Eerst een stuk met de trein naar Weeze, alwaar onze airbus al stond te wachten. Decadent als we zijn vlogen we met Ryanair, en omdat we van roadtripjes houden ging de tocht eerst naar Bergamo. Heerlijk, zodra de vliegtuigdeur openvliegt stroomt de mediterraanse warme lucht je al tegemoet! Jas uit, zonnebril op, Bongiorno bella Italia!
Met de zon op onze bol en een prima tempetartuurtje van maarliefst 9 a 10 graden flaneren we richting de terminal. Eerst even genieten van enkele culinaire hoogstandjes uit de Italiaanse cuisine, dus die pizzapunt ging er wel in! Bij een hoog aangeschreven autoverhuurbedrijf hadden we een koekblik gehuurd, een Smart Fourtwo, waarmee we de tocht naar Firenze zouden maken. Ajaxsjaaltje tegen de achterruit, want anders denkt men nog dat we uit Italië komen en dat moeten we niet hebben.

Hmmz, een tolweg. Hier had ik even niet bij stilgestaan toen ik zo el cheapo mogelijk in Italië wilde komen. Maargoed, niets meer aan te doen. Via Brescia en Verona richting het zuiden, Bologna volgend op de borden. Waar ik een schitterend berglandschap verwachtte kwam ik bedrogen uit, we reden eerst nog een kilometer of 100 door het ‘Groningen van Italië’. Een vlak toendralandschap met hier en daar een verdwaalde noeste boer die zijn akker met een pikhouweel trachtte om te ploegen. Niets te beleven. Bologna voorbij, daar komen ze, de bergen! Dat is altijd mooi, zodra je bergen ziet besef je pas echt dat je in het buitenland bent. De zon op je gezicht, een man die buitenlands praat op de radio, daar doe je het allemaal toch voor!

Rond zessen rijden we Florence binnen en we parkeren de bolide naast het stadion. Even de stad in gaan? Wel, niet, wel, niet…De training is immers om 19.30u. We blijven wel even in de buurt. Stadio Artemio Franchi, net als de meeste andere gebouwen in Florence lijkt ook dit bouwwerk alsof het rond 1500 in elkaar geklust is. Met een mannetje of 400 aanschouwen we de training. Hoewel, training is een groot woord. Er worden drie rondjes gerend, er is een praatsessie en twee man trappen wat balletjes naar elkaar over. Op dat moment zijn m’n tenen er bijna afgevroren en voelt het alsof we uit tegen de Antarcticase Boys moeten. Maargoed, toch even je gezicht laten zien. “Hé spelers, we zijn er nu al! En alleen om jullie te steunen he! Morgen zitten we de hele dag op onze hotelkamer te wachten totdat de wedstrijd eindelijk begint, dus doe alsjeblieft een beetje je best!”
Zo, dit verplichte nummertje zit erop en we spoeden ons naar het hostel, gelegen aan het Piazza della República! Dit klinkt toch al een stuk mooier dan het Republieksplein, maar da’s de grandeur van de Italiaanse taal. Mooi.
We bellen aan en één of andere gare Chinees in een korte broek en slippers doet open. “You have dinner”? Wij dinner? Eh, waar heeft die gast het over. “No” zeiden we in een mengelmoesje van Italiaans en Engels. Hij maande ons mee te komen en zo konden we in het keukentje van het hostel direct aan tafel. Twee borden met spaghetti bolognese werden ons voorgeschoteld en we kregen ook een overheerlijke rode wijn, geserveerd in een karakteristiek plastic bekertje. Daar zaten we dan, twee Ajaxsupporters tussen die onnozele backpackers met hun baarden en slobbertruien, elkaar vermoeiend met hun verhalen over waar-ze-allemaal-wel-niet-zijn-geweest. We vertellen maar niet dat we eigenlijk alleen komen voor een voetbalwedstrijdje en die cultuur er ‘wel een beetje bij doen’. Dus lullen we vrolijk mee over onze voorliefde voor de Renaissance, onze bewondering voor Machiavelli en de droom om ooit op de Ponte Vecchio te staan. 1400 km reizen voor 1,5 uurtje Ajax? Leg dat maar eens uit aan zo’n Spaanse baardmans van een jaar of 19. Geen zin an.
Nou, op naar de kroeg! We kwamen terecht in één of ander links communistenhol, in een toeristenboekje omschreven als ‘lekker alternatief en gezellig’. Een biertje kostte hier maar 5,50 euro, da’s toch geen geld! Drie biertjes gedaan en toen vielen we van pure vermoeidheid al van onze barkruk af, dus lekker slapen want donderdag = cultuurdag.

Firenze, wát een verschil met Hamburg. Hamburg, het Rotterdam van Duitsland, eigenlijk een aartslelijke grauwe havenstad waar de vrouwen dik zijn en cultuur is er al helemaal niet te vinden. Als Ajax er niet hoeft te voetballen zou je er nooit van je leven komen. Florence daarentegen, een stad naar m’n hart. Hier schijnt de zon, hier is het goed toeven, hier voel je de historie en het belangrijkste: Hier letten de vrouwen wel een beetje op hun gewicht. Om 9 uur opstaan, want cultureel gezien heb je wel een dag nodig om het een en ander te aanschouwen. Direct naar de Duomo, een soort paleisachtige gigantische tempel met een koepeltoren.
Binnen struikel je over tienduizend Japanners van twee turven hoog, maar dat heb je er wel voor over! Wat een pracht, wat een praal. En dat allemaal gratis! Je mag de toren zelfs op, maar daar moet je voor betalen en dat gaat ons natuurlijk veel te ver.
Op naar de Santa Croce, de grootste Franciscaner kerk ter wereld waar vele belangrijke gasten in begraven liggen. Ik noem een Galileo Galilei, Gioacchino Rossini, Niccolo Machiavelli en Michelangelo (De beeldhouwer, niet de turtle)
Wederom een schitterend bouwwerk, en dan heb ik nog niet eens de Palazzo Vecchio (nog zo’n paleis) en de Ponto Vecchio (een prominente brug) genoemd. Ik had al snel door dat ik hier zeker nog een keer terug moest komen om alles eens op m’n gemak te bekijken.

Het was al 12 uur en dat betekent maar één ding: Tijd voor een biertje. En waar kun je dat beter drinken dan op het Piazza della República, lekker uit de wind en in het zonnetje. Oh, ooohh ooooohhhhh. Er zijn geen woorden voor hoe intens fijn het is om het eerste moment in het jaar mee te maken dat je zonder jas op het terras kunt zitten. Een biertje á 8 euro voor je neus (dus, lang-zaam drin-ken…), een zonnetje op je gezicht, een beetje naar voorbijlopende vrouwen kijken, je gaat het voor het eerst eens een keer over de wedstrijd hebben en je geniet. Genieten met de hoofdletter G kan ik wel zeggen. “Wat wil je nog meer”, zei m’n maat. “Nou, een overwinning vanavond!” zei ik. “Hahaha!”, lachten we samen. Een overwinning. Uit. Voor Ajax. Bij Fiorentina. Hahaha, gekke Thijs. Wat denkt ‘ie zelf. Een goaltje zou al mooi zijn! Één keer juichen, één keer uit je dak gaan, dat zou al fantastisch zijn. Maar we maken ons geen illusies, we gaan er gewoon af met 3-0, maar ach, de zon schijnt.

Om 14 uur gaan we naar het stadion, om even de kaartjes om te wisselen. De gratis bus vertrekt van het Piazza San Marco. Pas dan besef je hoe groot de status is van onze trainer in Italië, dat ze zelfs zo’n oud plein naar hem vernoemen. Kaartje omwisselen, en we stappen in onze waggie om wat van de omgeving te zien. We rijden naar het bergdorpje Fiesole, op een grote berg op een steenworp afstand van Florence. Vanaf hier heb je een schitterend uitzicht op de stad en je zou zelfs de wedstrijd kunnen volgen als je hele goede ogen hebt. Het zicht is misschien wel beter dan vanuit het uitvak.
Om half vijf terug naar de stad om ons te gaan bezatten, want je moet er toch niet aan denken om Ajax nuchter te moeten bekijken in een uitwedstrijd. Voordat we goed en wel onze pizza ophadden en de eerste paar biertjes achter de kiezen zaten was het alweer bijna tijd om richting het stadion te gaan. Na een omweg van een kilometer of drie kwamen we eindelijk aan bij de ingang voor Ajaxsupporters.
De immer vriendelijke Carabinieri (Italiaans voor ‘handlangers van Mussolini’) stond ons al met een knuppeltje op te wachten. Goed, het eerste checkpoint. Kaartje laten zien, ja, ik ben het, en even laten fouilleren. ‘Jacket open’. Alles eruit halen, voordat ik twee stadskaarten, mn telefoon, sleutels, portemonnee, toegangskaartje en paspoort zo in m’n handen had dat er niks op de grond kon vallen stond er niemand meer voor me. Ah, toch wel, diezelfde agent alleen dan met de playmobielhelm, schild en wapenstok. Ik kijk ‘m vragend aan, gaat ‘ie me nou in elkaar slaan omdat ik langer dan vijf seconden deed over m’n zakken leeghalen? “Oh, sorry” stamelt ‘ie, want achter me heeft een Ajaxsupporter blijkbaar iets gezegd waardoor het hele peloton in de aanvalshouding gaat staan. Ik word door een andere agent even meegesleurd en weer hardhandig gefouilleerd.

Eindelijk, de eerste hindernis is genomen. 300 meter doorlopen waar de volgende poort staat waar je doorheen moet. Er moet een bus door de tweede poort, voor de Italiaanse politie het sein om de controle volledig te verliezen en zich paniekerig te gaan gedragen. Een bus en twee supporters tegelijk door een poort, dat zou natuurlijk van de zotte zijn dus ze gooien het direct dicht. Supporters die zich afvragen waarom ze er niet doormogen worden aangezien voor staatsgevaarlijke terroristen en we moeten oppassen dat we geen klap voor onze kanis krijgen. Nadat we tegen een vrouwelijke agent zeggen dat we er eigenlijk toch wel gewoon doormoeten omdat we de wedstrijd willen zien zegt ze “Hmm. Okay, one by one”. Ze weten zelf ook niet wat ze willen zeg! Alsnog grondig ons kaartje bestuderen. Alsof hier ook maar één argeloze wandelaar tussenzit die per ongeluk verdwaald is. We staan hier toch niet voor niks in deze corridor. Hoewel er niks aan de hand is reageren de Italianen uiterst nerveus. Door drie man wordt er aan me gesjord, en moet ik opnieuw al m’n zakken leeghalen. Alsof ik in dat tussenstuk een stel wapens en vuurwerk heb aangeschaft voelen ze overal of ik toch geen illegale spullen bij me heb. Met m’n handen op m’n achterhoofd loop ik tussen de agenten door, zodat ze kunnen zien dat ik er toch niet stiekem eentje met een mes wil aanvallen of iets dergelijks. En daar zijn we bij het stadion, eindelijk, overleefd!
Weer kaartcontrole, en verrek, ik heb nog steeds een geldig kaartje. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Het uitvak in!
En jawel, wát een entourage, wát een schitterend stadion, wát een prima plekken! Maargoed, daar reis je dan ook voor, en daar betaal je dan ook voor. Een hekwerk van 3 meter hoog, een net voor je gezicht, plastic iets wat ‘stoeltje’ heet…We zijn blij als we eindelijk een plek hebben gevonden waar we in ieder geval beide strafschopgebieden zien.

Ah, daar lopen onze helden warm! Geen Cvitanich, geen Vertonghen, geen Enoh, geen Gabri, dan weet je het wel…Kansloos. Voordeel is dat je je niet helemaal op loopt te vreten van de spanning, en na tien minuten was ik al trots dat we zo lang de nul hadden gehouden. Links van het vak werden we uitstekend ge-entertained door een stel huis-, tuin- en keukenhooligans van Fiorentina. “Ajax, Ajax, vafanculo” klonk het, wat zoiets betekent als “Ajax, Ajax, bedrijf de liefde met jezelf”. Rare jongens, die Florentijnen. Een andere Italiaan probeerde ons vies te dissen door zijn bandirie omhoog te houden in onze richting. Oef, dat komt hard aan. Je zult maar geld hebben betaald voor een toegangskaartje om de gehele tijd met je shawl en bandirie richting het uitvak te zwaaien. Een pizzavreter in een wit vestje was helemaal non stop met ons bezig. Amusant om te zien, zeker omdat je de helft van de tijd niet ziet wat er op het veld gebeurt. Veld? Ohja, voetbal!

0-0 bij rust, dat is verdomme een prima resultaat! Nu verliezen we waarschijnlijk maar met 2-0 ofzo, dat zou toch niet slecht zijn! Intussen wordt een Ajaxsupporter in een Fiorentinavak op z’n bek geslagen en wordt het sfeertje iets agressiever. Je moet toch iets doen om jezelf een beetje warm te houden. De tweede helft! Alle ballen blind naar voren rossen is het devies, en wie weet raakt iemand ‘m per ongeluk zo goed dat ‘ie nog goed valt ook.
In de reisgidsjes lees je dat Italianen het op prijs stellen als je hun taal probeert te spreken, dus klonk het FIO-REN-TINA…VA-FAN-CULO hard vanuit het uitvak. Je zou verwachten dat die Italianen daar totaal niet van onder de indruk zijn, alsof het padvindersliedje ‘Alle Joden zijn homo’ tegen je geschreeuwd wordt. Oh, nee, zijn wij homo?! Nouja, ik word ziedend!!
Maar niets is minder waar, ze zijn zichtbaar beledigd en eindelijk wordt het echt een Europacupsfeertje. Wij tegen de rest, wij als supermooie Nederlanders tegen die suffe Italiaanse losers. Vafanculo jezelf sufferds, we gaan hier nu niet verliezen ook niet!

En toen kwam daar het Moment, een moment dat je niet aan zag komen. JA, we zijn verdomme over de middellijn! Juichend viel ik m’n maat in de armen, IETS WAT LIJKT OP EEN SOORT VAN AANVAL! Jahaa, dit is toch werkelijk waar meer dan waarop ik had gehoopt. Maar, er leek zich een wonder te voltrekken, Suarez werd vrijgespeeld en speelde ‘m veel te ver door op Leo, die ‘m terugkopte naar Urby, schiet dan, zoek de vrije man, ja, kale, ROSSUHHHH LAT, doellijn, achter?, en daar Het Mooiste Moment, de bolling van het dak van het doel, het is een goal, JAAAAAAAAAAA! WHAT THE FUCK, 0-1! Daar is dat moment weer, dat moment van compleet gek worden, we hebben een uitdoelpunt! Je weet van pure vreugde niet wat je moet doen, je pakt die mafkees naast je vast, je zwaait lachend naar de Italiaanse fans, je springt nog een keer of tien rond totdat je het echt beseft….We staan voor! En wát een goal, wat een poeier, tsjonge jonge jonge jonge jonge! De reïncarnatie van de peun van Finidi tegen Bayern in het Olympisch Stadion, door niemand minder dan de Toreador van het Artemio Franchi! De Zweedse tiran, de Schrik van Florence, de Toscaanse beul, El Goleador, de fijnbesnaarde balvirtuoos met zijn fluwelen techniek, bijnamen te over, ik heb het natuurlijk over niemand minder dan Kennedy Bakircioglu! Wie anders dan Kennedy schiet ons voorbij Fiorentina! Wat een held, een standbeeld voor deze man, geef ‘m een contract voor het leven! Een levende legende, want wie Kennedy zegt, zegt: ‘Bakircioglu!’ En vanaf nu zegt ook iedereen: “Fiorentina-Ajax 0-1!”

Ja, 0-1, dan komt toch ineens de spanning hè. Wordt het onmogelijke mogelijk, gaan we hier een Resultaat halen? Het zal toch niet? Elke 20 seconden kijk ik op de stadionklok, volgens mij zit iemand met die tijd te kloten! De secondes lopen hier in Italië veel langzamer dan in Nederland! Sno komt erin, ons geheime wapen! Die koeko di panno’s in het paars weten nu helemaal niet meer waar ze het moeten zoeken! Sociaal als Marco is past hij zich aan de Italiaanse manier van spelen aan en zo spelen we de wedstrijd in een soort 6-4-0 opstelling uit. De bal passen naar een medespeler? Ben je mal, richting Napels met dat ding! 0-1 is wat telt, Europa veroveren met intergalactisch voetbal doen we in 2038 wel weer een keer.
Ons opgewonden standje in het witte vest zit inmiddels al lang weer bij mama op de bank, zoals het een gemiddelde Italiaanse man van een jaar of 30 betaamt. Het bandirie-mannetje weet echter van geen ophouden en toont ons nog steeds zijn zorgvuldig gevingerverfde artistieke hoogstandje. Dit is mijn club, mijn ideaal, dit is de mooiste club van allemaal!
Affluiten, 0-1, binnen! Wie had dit verwacht?
Dág Fiorentinafans! Tot volgende week, dan komen jullie voor Jan Lul naar Amsterdam want dit gaan we natuurlijk niet meer uit handen geven!

Een klein uurtje moeten we in het vak blijven zitten, totdat we één voor één door een poortje naar buiten mogen. De Italiaanse politie neemt een voorbeeld aan het team van Fiorentina en vormt een erehaag voor de 1400 meegereisde Ajaxsupporters. Als aandenken aan deze mooie dag willen ze onze triomfantelijke gezichten allemaal afzonderlijk filmen en op de foto zetten, wat een aardige mannen! Half twaalf, het vak uit en de stad in.
Nog even wat typisch Italiaanse döner kebab scoren en aan het bier. Na twee bier zijn we echter zo compleet naar de getver dat we gaan slapen, we zijn op. Gesloopt. Gebroken. Moe, máár voldaan!

Vrijdagochtend in Florence, wat een heerlijke dag weer! Naar het station om de trein naar het stadion te nemen waar ons racemonster staat. Twintig euro in de automaat voor een kaartje van 1,10 en geen wisselgeld terugkrijgen is nooit grappig. Merken dat er de komende drie kwartier geen trein richting het stadion rijdt is nooit grappig. Alsnog met de taxi a 15 euro naar het stadion rijden is ook nooit grappig. De 330 km naar Bergamo in een toptijd van 2,5 uur rijden om het vliegtuig te halen is nooit grappig. Maar, het is gelukt. Met een marge van 10 minuten haalden we het vliegtuig naar Weeze en zijn we ruim op tijd terug voor de Noord-Hollandse titanenstrijd tussen Ajax en FC Volendam. In het vliegtuig mijmeren we over Marseille, ofja, dan eerst effe Twente uitschakelen. Dan dus een kwartfinale, de halve finale tegen AC Milan ofzo, hartstikke gezellig, en dan spelen we dus die finale in Istanbul. Als ik dat nog kan betalen! Maarja, al moet ik op de fiets, ik ga! Want die UEFA-cup, die winnen we natuurlijk gewoon. Want wij zijn Ajax, wij zijn de BESTE!

Thijs, Fiorentina-Ajaxtopic