27 July 2011

Otelul-uit


Otelul-uit lijkt me zoooo briljant. Dat je dat later tegen je kleinkinderen kunt zeggen he.

"Vroeger jongen, toen had je Otelul-uit, dát waren pas wedstrijden! Dan ging je in zo'n oude B52-bommenwerper naar een vliegveld in Roemenië, ja, dat Oostblok jongen, dat was me wat. Ceaucescu heerste er toen nog, met ijzeren vuist. Ja, we kwamen op dat vliegveld aan, en toen moesten we op paard en wagen in het holst van de nacht 200 kilometer naar Galati afleggen. Onderweg maakten we de meest doldwaze avonturen mee, wat een tijd jongen, wat een tijd!

En och, in dat stadion, die supporters van Otelul, oef...STIJF van de drugs stonden die gasten. Dat spul kon je toen gewoon in de winkel kopen daar, we kwamen bij het stadion aan en het was rennen voor je leven. En dan had je nog de Securitate, bloedlink waren ze jongen. Als ze merkten dat je uit Nederland kwam was je in de aap gelogeerd. Vermomd als Roemeense accordeonspelers liepen we onopvallend naar het uitvak, gelukkig mochten we naar binnen. En die wedstrijd dan, tsjongejonge. Ik weet niet meer of het nu Sjaak Swart of Lorenzo Ebecilio was, maar in de stromende regen scoorde Ajax in ieder geval de 0-1. We konden het doelpunt niet eens zien, zo'n slecht weer was het! Wat een tijd jongen, wat een tijd.

En die terugweg. Rennen voor ons leven. Een horde Otelullen achter ons aan, met brandende hooivorken. We renden zo hard we konden richting het oosten, staken de grens met Moldavië over en kwamen zo in de Sovjet-Unie terecht. Later werd dat geloof ik de Oekraïne, ik weet het niet meer zo goed. Daar zijn we na veel omzwervingen in Odessa aangekomen en van daaruit hebben we de boot gepakt en zijn we via de Bosporus terug in Amsterdam aangekomen, twee maanden later.

Otelul-uit jongen, dat waren nog eens tijden."


Ik kan nu al niet wachten op de blik in de ogen van m'n toekomstige kleinzoon. Mooi man.

Opa Thijs vertelt